Veelgestelde vragen

Op deze pagina vindt u antwoord op veel gestelde vragen over de energietransitie, de Regionale EnergieStrategie, de Ruimtelijke Visie Duurzame Energie (voorheen Energievisie) en duurzame energiebronnen. Heeft u een vraag die er niet bij staat? Stuur dan een mail naar duurzame.energie@olst-wijhe.nl.

  • Over de energietransitie

    De energietransitie is de overgang van het gebruik van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen.

    De energietransitie is aan de ene kant nodig omdat fossiele brandstoffen, zoals aardgas, opraken. Aan de andere kant zorgt het gebruik van fossiele brandstoffen ervoor dat de aarde opwarmt. Hierdoor verandert ons klimaat. Het wordt warmer, droger en buien worden steeds heviger. Om dat tegen te gaan, moeten we onze energievoorziening veranderen. Dan zorgen we er samen voor dat de aarde ook nog een fijne plek is om te leven voor generaties na ons.

    Hoe minder energie we zelf verbruiken, hoe minder er hoeft te worden opgewekt. Dan hoeven er minder windmolens en zonnevelden in het landschap te worden geplaatst. Om energie te besparen, kunnen we duurzamer wonen en leven. Wil je duurzamer wonen? Leg dan bijvoorbeeld zonnepanelen op je dak, gebruik led-lampen, isoleer je woning, kook op inductie en koop energiezuinige apparaten. Duurzamer leven? Je kunt bijvoorbeeld minder vlees eten, je groente en fruit lokaal kopen, elektrisch rijden of, nog beter, vaker de fiets pakken, minder vaak vliegen enzovoort. Je kunt zelf dus vanalles doen om energie te besparen én het klimaat te sparen. Tips? Kijk dan op de website van Milieu Centraal.

  • Over de Ruimtelijke Visie Duurzame Energie

    In de Ruimtelijke Visie Duurzame Energie (voorheen Energievisie) staat welke plekken kansrijk zijn voor windmolens en zonnevelden. Het bijbehorende toetsingskader beschrijft de voorwaarden voor zowel wind als zon.

    Om klimaatverandering tegen te gaan, maakt Nederland een omslag naar duurzame energiebronnen, de zogenaamde energietransitie. Olst-Wijhe wil graag een bijdrage leveren aan die transitie door in de gemeente ruimte te maken voor windmolens en grootschalige zonnevelden. Met de visie houden we zelf de regie en bepalen we als gemeente met advies van inwoners van een gebied wat we waar op welke manier toestaan.

    Kleinschalige opwek en energiebesparing vallen buiten de ruimtelijke visie, omdat daar geen specifieke ruimtelijke besluitvorming in het kader van de Wet ruimtelijke ordening voor hoeft plaats te vinden. Windenergie en grootschalige zonneprojecten hebben invloed op de omgeving. Daarom moeten de effecten op de omgeving goed worden onderzocht in een milieueffectrapportage en moeten ze planologisch en ruimtelijk mogelijk worden gemaakt. Natuurlijk hebben besparing en kleinschalige opwek wel onze aandacht.

    Kleinschalige opwek is geen onderdeel van de RES omdat dit in het klimaatakkoord niet meetelt voor de doelstelling (35 TWh duurzame stroom in 2030). Met de toename van het aantal zonnepanelen op daken is al rekening gehouden. Dit gaat om ongeveer 7 TWh. Daarbij is een regionale samenwerking niet zo belangrijk voor kleine initiatieven. Besparing is wel onderdeel van de RES, want als we minder stroom gebruiken, hoeven we ook minder op te wekken. We hebben in Nederland dus zon, wind én besparing nodig om de doelen te halen en onze leefomgeving leefbaar te houden.

    Dat kunnen we nu nog niet zeggen. In de concept-RES staat een zogenaamde PM-post voor wind. Het proces om te komen tot de RES 1.0 moet duidelijkheid geven of we in Olst-Wijhe tot 2030 wel of geen windmolens gaan ontwikkelen. Als wordt besloten dat er windmolens komen in Olst-Wijhe duurt het nog minimaal zeven jaar voor ze er daadwerkelijk staan.

    Op dit moment zijn er twee zonnevelden die een vergunning hebben gekregen. Het gaat om Noordmanshoek in Wijhe en een kleiner zonneveld aan de Diepenveenseweg bij Olst. In de komende jaren worden de eerste zonnevelden dus al aangelegd. Er zijn meer initiatieven, maar deze hebben nog geen vergunning.

    Nee, een ontwikkelaar kan de aanleg van een wind- of zonnepark niet zomaar doordrukken. We streven ten eerste naar 50% lokaal eigendom. Daarnaast moet een ontwikkelaar met de omgeving om tafel via een omgevingsadviesraad. Samen wordt bekeken op welke manier een zonne- of windpark het beste kan worden vormgegeven. Het advies van deze omgevingsadviesraad weegt mee bij de beslissing van de raad om al dan niet een vergunning te geven voor de bouw en onder welke voorwaarden.

    Omwonenden kunnen ook profiteren van windmolens en zonnevelden door mee te doen in het project; als initiatiefnemer, mede-eigenaar en bij het vormgeven van de plannen. In een omgevingsadviesraad kunnen hierover afspraken worden gemaakt.

  • Over de Regionale EnergieStrategie

    De Regionale Energiestrategie (RES) wordt opgesteld in 30 energieregio’s. Het is een stap naar het organiseren van nieuwe, duurzame energiesystemen. Ook organiseren we op deze manier een langdurige samenwerking tussen regionale partijen, zoals provincie, waterschappen, gemeenten, netbeheerders, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. De RES is ook het product: een document waarin elke energieregio beschrijft welke energiedoelstellingen zij zal halen en op welke termijn. En ook hoe zij dat gaat doen. De RES gaat over duurzame elektriciteit met wind en zon en duurzame warmte.

    Op 28 juni 2019 publiceerde het kabinet het Klimaatakkoord: de Nederlandse uitwerking van de internationale klimaatafspraken van Parijs (2015). We gaan met elkaar de CO2-uitstoot sterk verminderen: in 2030 met de helft ten opzichte van 1990. Één van de afspraken is dat 30 energieregio’s in Nederland onderzoeken waar en hoe het best duurzame elektriciteit op land (wind en zon) kan worden opgewekt. Maar ook welke warmtebronnen bruikbaar zijn zodat wijken en gebouwen van het aardgas af kunnen.

    De RES is een manier om de energietransitie verder op gang te brengen en is onderdeel van het klimaatakkoord.

     

    Olst-Wijhe is onderdeel van de RES West-Overijssel. Alle gemeenten in West-Overijssel werken samen met de provincie, waterschappen en netbeheerders aan de RES. Hierbij betrekken zij maatschappelijke organisaties in de samenleving. Gemeenten bepalen of en hoe zij hun inwoners betrekken. De RES West-Overijssel is in concept klaar. Op 1 juli 2021 moet de RES 1.0 zijn vastgesteld. Twee jaar later wordt de strategie opnieuw bekeken en komt er een RES 2.0.

    In 2017 begonnen wij met gesprekken met inwoners over de Ruimtelijke Visie Duurzame Energie (toen Energievisie). De inbreng van inwoners is meegenomen in deze visie. Nu is de visie de input voor de RES. Hierin staat hoeveel duurzame stroom we in onze gemeente willen opwekken tot 2030 en op welke manier. Tot 2030 willen wij 74 GWh duurzame stroom opwekken in Olst-Wijhe. Of we dit alleen met zon gaan doen of met zon en wind is nog niet bekend. In de concept-RES staat een zogenaamde PM-post voor wind. Het proces om te komen tot de RES 1.0 moet duidelijkheid geven of deze PM-post wordt ingevuld of niet.

    We hebben in ruim 15 bijeenkomsten met inwoners gesproken over de Ruimtelijke Visie Duurzame Energie. Omdat deze visie nu wordt gebruikt als input voor de RES komt er niet opnieuw een participatieproces waar het gaat om zon en wind. Als er sprake is van een concreet project voor windmolens of zonnevelden worden de omwonenden uiteraard wel betrokken. Hiervoor is een proces beschreven in het toetsingskader bij de visie.

    In principe levert elke gemeente binnen de eigen grenzen een bijdrage aan de RES. Natuurlijk is het voordeel van de RES juist dat je op regionaal niveau werkt en over grenzen heen kijkt. In de periode dat er wordt gewerkt aan RES 1.0 wordt bekeken waar en hoe de opgave voor West-Overijssel wordt ingevuld. Elf gemeenten, provincie Overijssel, waterschappen en netbeheerders werken samen in de RES West-Overijssel.

    In 2015 bevestigde de gemeenteraad haar doel opnieuw om in 2020 20% van het energieverbruik duurzaam op te wekken binnen de gemeentegrenzen. Op basis van de uitkomsten van de gesprekken met inwoners en de milieutechnische onderzoeken maakt de gemeenteraad een keuze over waar en op welke manier wind en zon ontwikkeld kan worden. De keuzes staan in de ruimtelijke visie en zijn onze inbreng voor de RES. De gemeenteraad beslist over de RES 1.0 en dus over waar windmolens en zonnevelden kunnen komen. Waar het gaat om de voorwaarden waaronder windmolens en zonnevelden een plek kunnen krijgen, adviseert een omgevingsadviesraad van inwoners en belanghebbenden van een gebied de gemeenteraad.

    Kleinschalige opwek en energiebesparing vallen buiten de ruimtelijke visie, omdat daar geen specifieke ruimtelijke besluitvorming in het kader van de Wet ruimtelijke ordening voor hoeft plaats te vinden. Windenergie en grootschalige zonneprojecten hebben invloed op de omgeving. Daarom moeten de effecten op de omgeving goed worden onderzocht in een milieueffectrapportage en moeten ze planologisch en ruimtelijk mogelijk worden gemaakt. Natuurlijk hebben besparing en kleinschalige opwek wel onze aandacht.

    Kleinschalige opwek is geen onderdeel van de RES omdat dit in het klimaatakkoord niet meetelt voor de doelstelling (35 TWh duurzame stroom in 2030). Met de toename van het aantal zonnepanelen op daken is al rekening gehouden. Dit gaat om ongeveer 7 TWh. Daarbij is een regionale samenwerking niet zo belangrijk voor kleine initiatieven. Besparing is wel onderdeel van de RES, want als we minder stroom gebruiken, hoeven we ook minder op te wekken. We hebben in Nederland dus zon, wind én besparing nodig om de doelen te halen en onze leefomgeving leefbaar te houden.

    Meer informatie over de RES lees je op de website van de RES West-Overijssel en het Nationaal Programma RES.

  • Over duurzame energiebronnen

    Wind en zon zijn op dit moment de bewezen technieken waarmee we relatief goedkoop veel duurzame stroom kunnen opwekken. De RES wordt elke twee jaar opnieuw bekeken. Als er op den duur technieken bij komen, kan de RES worden aangepast en komt er een RES 2.0, 3.0 etc. Kernenergie is niet uitgesloten van het Klimaatakkoord. Omdat de ontwikkeling van nieuwe vormen van kernenergie en de bouw van kernenergiecentrales erg langzaam gaat, kan kernenergie niet ingezet worden om het doel van 2030 te halen. Lees hier meer over kernenergie.

    De energietransitie is een enorme opgave: Nederland heeft zowel wind op zee als wind op land keihard nodig om te kunnen voldoen aan nationale en internationale klimaatafspraken. In het klimaatakkoord staat de ambitie dat meer dan de helft van de duurzame energie moet worden opgewekt met wind op zee. Maar de zee raakt ook vol. Wind op zee is geen onderdeel van de RES, wel van de uitvoering van het klimaatakkoord.

    Ook hier merken we de gevolgen van het veranderende klimaat. Denk aan heftige regenbuien en hetere zomers. We moeten allemaal een steentje bijdragen aan de energietransitie en duurzaamheid. Daarnaast hebben wij, via de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), ook een handtekening gezet onder het klimaatakkoord. Onze ambitie is om in 2050 energieneutraal te zijn.

    Met de stroming van de IJssel kan niet veel elektriciteit worden opgewekt. De opbrengsten wegen niet op tegen de benodigde investeringen. De totale theoretische hoeveelheid waterkracht in heel Nederland is maximaal 37 megawatt. Dat staat gelijk aan ruim 10 windmolens. Hier vindt u meer informatie over waterkracht in Nederland.

    Natuurlijk is het goed om de daken te benutten voor zonnepanelen. Helaas is niet elk dag geschikt en zijn de daken ook niet voldoende om onze doelen te behalen. Ook kunnen wij als overheid niet verplichten dat inwoners zonnepanelen op hun dak leggen. Huiseigenaren moeten dit immers zelf betalen.

Staat de informatie die u zoekt er niet bij? Geef ons door wat u wilt weten.

Deel dit
Mail
Bellen