B&W besluiten 23-04-2024

Aanwezig

• mevrouw mr. S.A.E. Poepjes, burgemeester
• de heer G. Grashof, loco-gemeentesecretaris
• mevrouw drs. J. Compagner, wethouder
• de heer M. Blind, wethouder 
• de heer drs. H. Olthof, wethouder

Afwezig

• de heer drs. D.L.W. Zielhuis, gemeentesecretaris

Agenda

1. Vaststellen BenW-besluit(en) d.d. 16 april 2024

BESLUIT:

Conform vast te stellen. 

2. Ingekomen

• Regiodeal projecten Olst-Wijhe – voor kennisgeving aan te nemen.
• Begrotingscirculaire 2025 – Akkoord.
• Reactie gemeente Deventer i.r.t. governance groenbedrijf – Akkoord. 

3. Investeringsaanvraag voor meerjarenplan betreffende nieuw stemhokjes  

BESLUIT:

1. In te stemmen met een investeringsaanvraag van €15.000, voor de aanschaf van 35 nieuwe stemhokjes met ingang van 2025.
2. Het investeringskrediet van €15.000 met een afschrijvingstermijn van 10 jaar en 1,5% rente en de hieruit voorvloeiende kapitaallasten van €1.725 vanaf 2026 als onderdeel van de MJIP af te laten wegen met de Kadernota 2025-2028

4. Deelname Kleistraat 36 te Olst aan de Lbv-plus regeling en de herontwikkeling van het erf 

BESLUIT:

1. In principe medewerking te verlenen aan het beëindigen van de varkenshouderij ter plaatse van de Kleistraat 36 in Olst in het kader van de Lbv-plus regeling en daartoe instemmen met de gevraagde vervolgfuncties. Dit betreft: voortzetting als akkerbouwbedrijf en oprichting van een akkerbouwloods, handhaven van de mestsilo, het splitsen van de bestaande boerderijwoning en het omzetten van de naastgelegen solitaire bedrijfswoning naar een ‘plattelandswoning’.
2. Ten behoeve van deze herontwikkeling gelden de navolgende randvoorwaarden:
   a. Sloop van alle dierenverblijven conform de verleende beschikking van het RVO en sloop van de overige bedrijfsbebouwing zoals aangegeven op het sloopoverzicht door initiatiefnemer; 
   b. De bestaande mestsilo mag gehandhaafd blijven, mits dit past binnen een maximum van 15% van de stikstof-emissie van de activiteiten waarvoor voorheen toestemming was verleend (op basis van de Lbv-plus regeling);
   c. Het intrekken van de milieuvergunning en de NB-wet vergunning voor de varkenshouderij;
   d. Op hoofdlijnen akkoord met het inrichtingsplan. Over de nadere detaillering is nog overleg nodig met de gemeente; 
   e. De af te splitsen plattelandswoning en het bijgebouw mogen niet vergroot worden en wordt functioneel gescheiden van het agrarische bedrijf; 
   f. Initiatiefnemer toont via een nadere onderbouwing aan dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;
   g. Initiatiefnemer heeft voorafgaand aan de aanvraag voor een (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit contact met de omgeving en deelt de bevindingen in de desbetreffende aanvraag;
   h. Het afsluiten van een anterieure overeenkomst waarin de regels inzake deelname aan de Lbv-plus regeling zijn opgenomen;
   i. De randvoorwaarden van de Lbv-plus regeling, voor zover relevant, opnemen in de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA);
   j. In het nieuwe Omgevingsplan wordt op termijn de functieaanduiding intensieve veehouderij doorgehaald, het opnemen van de plattelandswoning en het bouwvlak van het agrarisch bedrijf wordt aangepast ten behoeve van het akkerbouwbedrijf;
3. Een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) voor dit perceel te verlenen onder voorwaarde dat er niet eerder wordt gestart met de planologische procedure, voordat de anterieure overeenkomst is gesloten met de initiatiefnemer, inclusief afspraken over kostenverhaal.
4. De gemeente zal in een later stadium bovenstaande omgevingsvergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten en de activiteiten zoals genoemd onder 2j verwerken in een wijziging van het Omgevingsplan.

SAMENVATTING

Initiatiefnemer heeft een positieve beschikking ontvangen van de RVO om gebruik te kunnen maken van de Lbv-plus regeling. Via deze regeling wordt via de beëindiging van de varkenshouderij binnen onze gemeente een bijdrage geleverd aan de landelijke opgave om te komen tot een reductie van de uitstoot van stikstof. Ter plaatse wenst de initiatiefnemer zijn varkenshouderij te beëindigen en zijn agrarische bedrijf voort te zetten als akkerbouwbedrijf. Na sloop van de varkensverblijven en een aantal andere bedrijfsgebouwen wordt een nieuwe akkerbouwloods opgericht. Daarnaast wordt de deel van de boerderijwoning verbouwd naar een wooneenheid. De huidige tweede bedrijfswoning zal worden omgezet naar een plattelandswoning. Het college van B&W besluit onder voorwaarden in principe medewerking te verlenen aan een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) om de gewenste ontwikkeling planologisch mogelijk te maken. In een later stadium zal de desbetreffende ontwikkeling via een wijziging in het Omgevingsplan verankerd worden.

5. Deelname Prinshoeveweg 1 te Olst aan de Lbv-plus regeling en de invulling van de volgfuncties 

BESLUIT:

1. In principe medewerking te verlenen aan het beëindigen van de varkenshouderij ter plaatse van de Prinshoeveweg 1 te Olst in het kader van de Lbv-plus regeling en daartoe in te stemmen met de gevraagde volgfunctie: voortzetting van het hoveniersbedrijf en daartoe de oprichting van een loods;
2. In principe de oprichting van een kleinere woning (typologie boerderijachtig maximaal 1 laag en een kap) op het perceel aan de Scherpenzeelseweg tussen 13 en 15 te Wijhe op stedenbouwkundige gronden aanvaardbaar te vinden;
3. Ten behoeve van de herontwikkeling de navolgende randvoorwaarden te laten gelden:
   a. Sloop van alle dierenverblijven conform de beschikking van de LBV+ regeling en overige bedrijfsbebouwing zoals aangegeven op het sloopoverzicht door initiatiefnemer;
   b. De volgfunctie aan de Prinshoeveweg 1 past binnen het maximum van 15% stikstofemissie van de activiteiten waarvoor voorheen toestemming was verleend;
   c. Het intrekken van de milieuvergunning en de NB-wet vergunning voor de varkenshouderij;
   d. Uitvoering geven aan een landschappelijk inrichtingsplan ter plaatse van de Prinshoeveweg;
   e. Er moet toestemming worden verkregen van de provincie voor deze herontwikkeling aangaande beide locaties omdat er een provinciaal belang is.
   f. Initiatiefnemer toont met onderzoeken aan dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties voor zowel Prinshoeveweg als de Scherpenzeelseweg;
   g. Initiatiefnemer heeft voorafgaand aan de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) contact met de omgeving van beide locaties en deelt de bevindingen in de desbetreffende aanvraag;
   h. Initiatiefnemer voor de locatie Scherpenzeelseweg de uitvoerbaarheid op basis van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties nader onderbouwt en aan de gemeente een uitgewerkt schetsplan met een erfinrichtingsplan opstelt en ter goedkeuring voorlegt aan de gemeente;
   i. Het afsluiten van een anterieure overeenkomst, waarin de regels inzake deelname aan de Lbv-plus regeling zijn opgenomen;
   j. De randvoorwaarden van de Lbv-plus regeling, voor zover relevant, opnemen in de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA);
   k. In het nieuwe Omgevingsplan op termijn de functieaanduiding intensieve veehouderij wordt doorgehaald aan de Prinshoeveweg en de functies agrarisch bedrijf/hoveniersbedrijf worden toegekend in combinatie met het verkleinen van het huidige bouw- en bestemmingsvlak; 
   l.In het nog op te stellen nieuwe Omgevingsplan ter plaatse van de Scherpenzeelseweg de functie Wonen opnemen met een werkingsgebied.
4. Een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) voor de Prinshoeveweg te verlenen onder voorwaarde dat er niet eerder wordt gestart met de planologische procedure, voordat de anterieure overeenkomst is gesloten met de initiatiefnemer.
5. Ten behoeve van de locatie Scherpenzeelseweg voor te stellen dit te faciliteren via een wijziging van het Omgevingsplan. Pas nadat een omgevingsvergunning voor de Prinshoeveweg is verleend, kan een omgevingsvergunning voor de Scherpenzeelseweg worden aangevraagd;
6. De bovenstaande buitenplanse omgevingsplanactiviteiten op termijn op te nemen in het nieuwe Omgevingsplan.
   
   

SAMENVATTING

Initiatiefnemer heeft een positieve beschikking ontvangen van het RVO om gebruik te kunnen maken van de Lbv-plus regeling. Via deze regeling wordt via de beëindiging van de varkenshouderij binnen onze gemeente een bijdrage geleverd aan de landelijke opgave om te komen tot een reductie van de uitstoot van stikstof. Ter plaatse wenst de initiatiefnemer zijn varkenshouderij te beëindigen en op deze locatie een kleinschalig hoveniersbedrijf te exploiteren. De locatie is complex omdat deze op circa 20 meter van een geitenhouderij is gelegen. Omzetten naar een woonbestemming ter plaatse is niet mogelijk. Voortzetting als een bedrijfsbestemming met bijhorende (al bestaande) bedrijfswoning is wel mogelijk. Na sloop is het voornemen om een loods van 400 m2 voor het hoveniersbedrijf op te richten en is verder sprake van landschappelijke inpassing van het erf. Daarnaast is het voornemen om aan de Scherpenzeelseweg tussen 13 en 15 te Wijhe een woning op te richten. Vanwege de ligging nabij de kern Wijhe is hier sprake van een passende locatie voor een woning.  
Het college van B&W besluit onder voorwaarden in principe medewerking te verlenen aan een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) om de gewenste ontwikkeling planologisch mogelijk te maken. In een later stadium zal de desbetreffende ontwikkeling via een wijziging in het Omgevingsplan verankerd worden.

6. Deelname Boerlestraat 8-8a te Wijhe aan de Lbv-plus regeling en de herontwikkeling van het erf  

BESLUIT:

1. In principe medewerking te verlenen aan beëindigen van de varkenshouderij ter plaatse van de Boerlestraat 8-8a te Wijhe in het kader van de Lbv-plus regeling en daartoe in te stemmen met de gevraagde volgfuncties: een akkerbouwbedrijf, een agrarische kinderopvang met een bijgebouw met kleindieren, de bouw van een nieuwe 2e bedrijfswoning en het herbestemmen van de bestaande boerderijwoning tot 4 plattelandskamers en de bouw van een klein bijgebouw ten behoeve van de plattelandskamers.
2. Ten behoeve van deze herontwikkeling gelden de navolgende randvoorwaarden: 
   a. Sloop van alle dierenverblijven conform de verleende beschikking van de RVO; 
   b. Het intrekken van de milieuvergunning en de NB-wet vergunning voor de varkenshouderij;
   c. De volgfuncties passen binnen het maximum van 15% van de stikstof-emissie van de activiteiten waarvoor voorheen toestemming was verleend (op basis van de Lbv-plus regeling);
   d. Het aanpassen van het landschappelijk inrichtingsplan zodat er sprake is van een robuuster plan met o.a. extra aandacht voor schaduwrijke buitenruimte voor de kinderen;
   e. Handhaven van de boerderijwoning en herbestemmen naar 4 plattelandskamers waarvan een specifiek ten dienste van de tijdelijke huisvesting van werknemers van de agrarische kinderopvang; 
   f. Het nieuw te realiseren bijgebouw bij de boerderijwoning staat alleen ten dienste van de plattelandskamers en kent een maximale omvang van 60 m2;
   g. De nieuwe bedrijfswoning (schuurwoning met inpandig bijgebouw) wordt ontsloten via een van de reeds bestaande opritten en niet via de voorgestelde nieuwe oprit;
   h. Er ter plaatse van de nieuwe activiteiten aan de Boerlestraat 8-8a te Wijhe sprake is van een functionele en organisatorische inrichting;
   i. De afstand van de agrarische kinderopvang en bijbehorende buitenruimte moet op een minimaal 75 meter van de hoogspanningsmast liggen;
   j. Voor de agrarische kinderopvang en bijbehorende buitenruimte moet sprake zijn van een spuitvrije zone voor wat betreft gewasbestrijdingsmiddelen van de omliggende agrarische gronden van minimaal 50 meter;
   k. Er moet toestemming worden verkregen van de provincie voor deze herontwikkeling omdat er een provinciaal belang is.
   l. Initiatiefnemer toont met onderzoeken aan dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening voor de locatie; 
   m. Initiatiefnemer heeft voorafgaand aan de aanvraag voor een uitgebreide omgevingsvergunning contact met de omgeving en deelt de bevindingen in de desbetreffende aanvraag;
   n. Het afsluiten van een anterieure overeenkomst, waarin de regels inzake deelname aan de Lbv-plus regeling zijn opgenomen;
   o. De randvoorwaarden van de Lbv-plus regeling, voor zover relevant, opnemen in de uitgebreide omgevingsvergunning;
   p. In het nieuwe Omgevingsplan op termijn de functieaanduiding intensieve veehouderij wordt doorgehaald voor de locatie Boerlestraat 8-8a te Wijhe, maatvoering bouwvlak wordt aangepast aan de nieuwe situatie en de nieuwe functieaanduidingen worden toegevoegd. 
3. Medewerking te verlenen aan het initiatief via een uitgebreide omgevingsvergunning onder de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht omdat initiatiefnemer reeds voor 1 januari 2024 een aanvraag omgevingsvergunning heeft ingediend voor de gevraagde activiteiten. Er wordt pas na ondertekening van een anterieure overeenkomst, met daarin ook afspraken over kostenverhaal, gestart met de procedure uitgebreide omgevingsvergunning.
4. Bovenstaande uitgebreide omgevingsvergunning (op termijn) op te nemen in het nieuwe Omgevingsplan.

SAMENVATTING

Initiatiefnemer heeft een positieve beschikking ontvangen van de RVO om gebruik te kunnen maken van de Lbv-plus regeling. Via deze regeling wordt via de beëindiging van de varkenshouderij binnen onze gemeente een bijdrage geleverd aan de landelijke opgave om te komen tot een reductie van de uitstoot van stikstof. Ter plaatse wenst de initiatiefnemer na beëindiging van de varkenshouderij door te gaan met een akkerbouwbedrijf en daartoe wordt een akkerbouwloods opgericht. Daarnaast zal op het betreffende perceel een agrarische kinderopvang gerealiseerd gaan worden, wordt de bestaande boerderijwoning herbestemd naar plattelandskamers en wordt een nieuwe bedrijfswoning met een inpandig bijgebouw gerealiseerd.  Het college van B&W besluit onder voorwaarden in principe medewerking te verlenen aan een uitgebreide omgevingsvergunning om de gewenste ontwikkeling planologisch mogelijk te maken. In een later stadium zal de desbetreffende ontwikkeling via een wijziging in het Omgevingsplan verankerd worden. 

7. Sociale huurwoningen Welzorgsum

BESLUIT:

1. Het vaststellen van een maximum aanvangshuur van 800 euro voor twee van de vier sociale huurappartementen Welzorgsum in plaats van onder de aftoppingsgrens van 1 en 2 persoonshuishoudens
2. De verplichting voor de ontwikkelaar om het percentage jaarlijkse huurverhoging voor deze twee appartementen niet boven het huurverhogingspercentage van de andere twee sociale huurappartementen uit te laten komen en ook de bovengrens voor sociale huurappartementen, zoals door rijksbeleid bepaald, hiermee niet te overschrijden
3. Beide aanpassingen als vaste bijlage in de al afgesloten anterieure overeenkomst op te nemen.

SAMENVATTING

In juni 2021 besloot het college medewerking te willen verlenen aan het plan om op de voormalige schoollocatie Welsum appartementen te realiseren voor mensen (met name ouderen) met een bestaande of te verwachten (thuis)zorgvraag, één en ander in lijn met het bewonersinitiatief Welzorgsum/Plaatselijk Belang Welsum. Met de lokale ontwikkelaar IJsselbosch OG zijn afspraken vastgelegd via een anterieure koop- en realisatieovereenkomst. Besloten is om op één onderdeel deze overeenkomst nu aan te passen. Voor twee van de vier sociale huurappartementen is de maximum aanvangshuur vastgesteld op 800 euro, in plaats van onder de aftoppingsgrens van 1 en 2 persoonshuishoudens.

8. Jaarverslag Leerplicht 2022-2023 en cijfers RMC 2021-2022 en 2022-2023 

BESLUIT:

1. Het jaarverslag/factsheet Leerplicht 2022-2023 en de cijfers RMC 2021-2022 en 2022-2023 voor kennisgeving aan te nemen
2. De gemeenteraad over deze stukken te informeren door plaatsing op de lijst ingekomen stukken.

SAMENVATTING

In het jaarverslag/factsheet Leerplicht worden de resultaten voor het schooljaar 2022-2023 gepresenteerd. De samenwerkende gemeenten in de Stedendriehoek presenteerden in de afgelopen jaren de regionale cijfers in een verslag, maar sinds vorig jaar komen de RMC-cijfers later beschikbaar in een landelijk dashboard voor voortijdig schoolverlaten en jongeren in kwetsbare positie. De cijfers voor de schooljaren 2020-2021, 2021-2022 en 2022-2023 zijn opgenomen in deze adviesnota. Er zijn geen bijzonderheden geconstateerd en het jaarverslag/factsheet Leerplicht en de cijfers RMC worden ter informatie aan de gemeenteraad voorgelegd. 

9. Het financieel faciliteren van het operationaliseren van Salland Loont 

BESLUIT:

1. In te stemmen met het initiatief "Salland Loont” om boeren en grondeigenaren in Salland die willen investeren in maatschappelijke diensten een lange termijn beloning te geven voor de maatschappelijke diensten die zij leveren;  
2. Kennis te nemen van de brochure ‘Salland Loont’ en de presentatie ‘Aanjagen Salland Loont 2024’;
3. Voor eind april een bedrag van € 17.000 beschikbaar te stellen uit de reserve algemene middelen aan de projectgroep Salland Loont als bijdrage voor het operationeel maken van de organisatie ‘Salland Loont’, met als voorwaarde dat de organisatie eind 2024 operationeel is. Dit bedrag verantwoorden bij de eerste Bestuursrapportage;
4. Het bedrag beschikbaar te stellen onder voorwaarde dat ook de andere partijen hun deel van de financiële bijdrage realiseren. Dit zijn de gemeenten Deventer en Raalte (3 gemeenten samen € 50.000), Provincie Overijssel € 50.000 en de stuurgroep Salland Loont € 50.000);  
5. Aan de raad voor te stellen om via de kadernota voor 2025 een eenmalige bijdrage van € 75.000 euro te reserveren voor het door Salland Loont laten belonen van ondernemers die groenblauwe diensten leveren en toe te werken naar een structurele bijdrage in de beloning van groenblauwe diensten door Salland Loont aan ondernemers vanaf 2026;  
6. De eenmalige middelen van € 75.000 te dekken uit de Voorziening ruimtelijke kwaliteit. Dit is een voorziening die is gevuld met bijdragen uit KGO-initiatieven binnen de gemeente waarbij niet volledig voldaan is aan inpassing van de ruimtelijke kwaliteit;
7. De raad te informeren via de raadsnieuwsbrief. 

SAMENVATTING

Salland Loont is een initiatief om boeren en grondeigenaren in Salland die willen investeren in maatschappelijke diensten (groenblauwe dooradering/biodiversiteit, stikstof, water en energie) een lange termijn beloning te geven voor de maatschappelijke diensten die zij leveren. Op deze manier wil Salland Loont de transitie van de landbouw versnellen en de sociaaleconomische positie van de (agrarische) ondernemers in het landelijk gebied gezond houden. Salland Loont is een organisatie die voortborduurt op het fundament van de bestaande organisaties Stichting Kostbaar Salland (SKS), Collectief Midden Overijssel (CMO) en Stichting Groenblauwe Diensten Overijssel (SGBDO). 
 
Gemeente Olst-Wijhe draagt financieel bij aan de ontwikkeling van dit initiatief en stelt middelen ter beschikking voor zowel het realiseren van de organisatie als voor de lange termijn beloning van de maatschappelijke diensten geleverd door boeren en grondeigenaren. 

10. Uitbreiding locatie Holstotuinen, Rijksstraatweg12a, Olst 

BESLUIT:

1. Medewerking te verlenen aan de uitbreiding van de locatie Rijksstraatweg 12a in lijn met de eerdere besluitvorming;
2. Conform eerdere toezegging de procedure voor het realiseren van de beperkte uitbreiding binnen het als Natuurnetwerk Nederland aangewezen gebied te starten.
3. In overleg met de Provincie de omvang van de compensatie te bepalen.

SAMENVATTING

In de zomer van 2023 is door Holsto Tuinen (Rijksstraatweg 12a in Olst) een verzoek ingediend om de huidige verkooplocatie uit te breiden. Om dat te realiseren willen zij een gedeelte bos dat nu is aangeduid als Natuurnetwerk Nederland (NNNgebied) benutten. Om hier medewerking aan te kunnen verlenen is instemming van de Provincie noodzakelijk.  Geadviseerd is om in lijn met eerdere besluitvorming positief te besluiten en met de Provincie in overleg te treden over de aanpassing van het NNNgebied en de daarvoor noodzakelijke compensatie.

11. Totaalbeeld interbestuurlijk toezicht 2024 

BESLUIT:

1. Kennis te nemen van het totaalbeeld (provinciaal) interbestuurlijk toezicht Olst-Wijhe 2024;
2. De gemeenteraad te informeren over het totaalbeeld van Gedeputeerde Staten van Overijssel via de lijst van ingekomen stukken;
3. Het totaalbeeld op te nemen in de Jaarstukken 2023.

SAMENVATTING

In het kader van de interbestuurlijke verhoudingen tussen de Provincie Overijssel en de gemeenten in Overijssel is er een kader voor interbestuurlijk toezicht vastgesteld. Gedeputeerde Staten hebben aan de hand van dit kader de totaalbeelden per gemeente over het jaar 2023 vastgesteld. Het totaalbeeld IBT is opgebouwd uit zes domeinen: Financiën, Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), Wro (Wet ruimtelijke ordening), Informatie- & archiefbeheer, Huisvesting statushouders en Erfgoed. Voor Financiën gaat het om provinciaal toezicht op de begroting, en voor de andere domeinen om provinciaal toezicht op de uitvoering van gemeentelijke medebewindstaken. Dit jaar is het totaalbeeld groen op het domein financiën na. Olst-Wijhe heeft bij het opstellen van de begroting 2024-2027 het standpunt van de VNG gevolgd om realistisch te ramen en de tekorten in de jaren 2026 en 2027 zichtbaar te maken. De IBT-kleur wordt daarom oranje. Voor de oranje domeinen geldt dat de provincie, zoals hiervoor is aangegeven, het inhoudelijke gesprek wil voeren met de gemeente over de gesignaleerde risico’s.