B&W besluiten 16-12-2025

Aanwezig

• mevrouw mr. S.A.E. Poepjes, burgemeester
• de heer S. van den Berg, gemeentesecretaris
• de heer drs. H. Olthof, wethouder
• de heer M. Blind, wethouder
• de heer H. Engberink, wethouder
• mevrouw M. Engels, bestuursadviseur.

Afwezig

1. Vaststellen BenW-besluit(en) d.d. 9 december 2025

BESLUIT:

Conform vast te stellen. 

2. Ingekomen

- 

3. Bluswatervoorziening Fortmond bij hoogwater

BESLUIT 

1. Kennisnemen van het feit dat er bij hoogwater op sommige locaties op Fortmond onvoldoende bluswater beschikbaar kan zijn.
2. Op basis van het advies van de regionale brandweer niet te kiezen voor het boren van 3-5 extra putten en bestuurlijk de huidige situatie te continueren in lijn met de werkwijze van de afgelopen jaren.

SAMENVATTING

Tussen veiligheidsregio en burgemeester is overlegd over de situatie op Fortmond bij hoogwater. Dan kunnen voertuigen van de brandweer Fortmond niet bereiken en kan brandweerpersoneel alleen via een veerpontje op Fortmond komen. Daarom worden bij (dreigend) hoogwater een tankautospuit en een motorspuitaanhanger tijdelijk op Fortmond gestald en maakt het brandweerpersoneel gebruik van de voetveer. De overschrijding van de opkomsttijden wordt meegenomen in het regionale dekkingsplan.

Tijdens hoogwater maakt de brandweer gebruik van de tankautospuit, brandkranen en bluswater uit natuurlijke waterbronnen. Toch zijn er op Fortmond locaties waar bij hoogwater onvoldoende natuurlijke waterbronnen en brandkranen beschikbaar zijn. Het boren van 3-5 extra putten kost (de gemeente) veel geld, ongeveer €10.000,- per put. Op basis van een kans-risicoafweging heeft de regionale brandweer geadviseerd om geen extra putten aan te leggen en bestuurlijk de huidige situatie te continueren in lijn met de werkwijze van de afgelopen jaren.

4. Beslissing op bezwaar tegen de omgevingsvergunning voor voor het gebruiken van de schuur voor recreatief overnachten aan de Fortmonderweg 10R te Olst

BESLUIT

1. Het bezwaarschrift ongegrond te verklaren;
2. Het besluit van 20 mei 2025 tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het gebruiken van het bijgebouw voor recreatief overnachten aan de Fortmonderweg 10 R te Olst in stand te laten.

SAMENVATTING

Op 30 juni 2025 ontvingen wij een bezwaarschrift tegen ons besluit van 20 mei 2025 waarin het college heeft besloten een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van het bijgebouw voor recreatief overnachten aan de Fortmonderweg 10 R te Olst. De Bezwarenadviescommissie algemene zaken heeft op 11 november 2025 een hoorzitting gehouden en een advies uitgebracht over de te nemen beslissing op bezwaren. Het college heeft het advies overgenomen en besloten het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en het primair besluit in stand te laten.

5. Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling (2026-2030) – Lokaal Sterk

BESLUIT 

1. De raad voor te stellen in te stemmen met de regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling (2026-2030)

SAMENVATTING

De huidige Regiovisie loopt af, en dus is het nodig om de regiovisies te actualiseren. De regiovisie zet in op een sterke lokale aanpak, waarin gemeenten en partners samen werken aan het duurzaam stoppen van geweld. De kern van de nieuwe visie is het doorbreken van de overdracht van geweld tussen generaties en het bieden van een "0-100 aanpak", omdat geweld geen leeftijdsgrens kent. De visie markeert een cruciale verschuiving: we stappen af van "estafettezorg" (onhandige overdrachten) en bewegen naar een integrale netwerkbenadering, en sluiten hiermee aan bij het Toekomstscenario voor Jeugd en Gezinsbescherming. De spil hierin zijn "stevige lokale teams" die dichtbij, integraal en met mandaat werken, waarin experts van Veilig Thuis, politie en Jeugdbescherming vast meedraaien. De concrete uitvoering van de visie huiselijk geweld en kindermishandeling krijgt vorm in een uitvoeringsagenda, welke aansluit bij de doelen van de regiovisie. Dit operationele werkplan wordt bestuurlijk vastgesteld in het regionaal overleg Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (BO HG & KM).

6. Bestuursopdracht Gebiedsvisie Wesepe 2050, Gebiedsgerichte aanpak Wesepe

BESLUIT 

1. In te stemmen met de Bestuursopdracht Gebiedsvisie Wesepe 2050 voor de Gebiedsgerichte aanpak Wesepe.

SAMENVATTING

Het college heeft de bestuursopdracht vastgesteld voor het opstellen van de Gebiedsvisie Wesepe 2050. In deze opdracht staat centraal dat de gemeente samen met inwoners, ondernemers en andere betrokkenen werkt aan een toekomstbestendig en leefbaar Wesepe. De visie geeft richting aan de ontwikkeling van wonen, werken, voorzieningen en mobiliteit in het dorp. Door deze aanpak worden bestaande initiatieven gebundeld en ontstaat er een breed gedragen toekomstbeeld. De gemeente werkt de Gebiedsvisie in 2026 verder uit naar een uitvoeringsprogramma.

7. Deelname Wethouder M. van Doorninckweg 20 te Wesepe aan de LBV-regeling en de invulling van de volgfuncties

BESLUIT 

1. In principe medewerking te verlenen aan het beëindigen van de varkenshouderij ter plaatse van de Wethouder M. van Doorninckweg 20 te Wesepe in het kader van de LBV-regeling;
2. Daartoe medewerking te verlenen aan het herbestemmen van het agrarische bouwvlak van deze locatie naar een woonfunctie, de bouw van een nieuw bijgebouw bij de woning en de realisatie van 2 woningen van respectievelijk 750 en 500 m3 met bijbehorende bijgebouwen op het bestaande erf;
3. Ten behoeve van de bovengenoemde transformatie gelden de navolgende randvoorwaarden:
   • Sloop van de dierenverblijven conform de voorwaarden van de LBV-regeling; 
   • Sloop van het bedrijfsgebouw van 600 m2 en het oprichten van een nieuw bijgebouw bij de bestaande woning van maximaal 250 m2 (hobbyboerenregeling);
   • De realisatie van 2 nieuwe woningen op het erf van resp. 750 m3 en 500 m3, waarbij de omvang van de bijgebouwen nog nader bepaald wordt in het kader van het inrichtingsplan;
   • Het intrekken van de milieuvergunning en de natuurvergunning voor de varkenshouderij;
   • Voor de nieuwe activiteiten geldt op basis van de LBV-regeling dat de stikstofdepositie berekend dient te worden en hier sprake is van een maximum van 15% ten opzichte van de referentiesituatie;
   • Voor het erfinrichtingsplan geldt dat in samenspraak met de gemeente nog een nadere uitwerking nodig is;
   • Initiatiefnemer toont met onderzoeken aan dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;
   • Initiatiefnemer heeft voorafgaand aan de aanvraag voor een omgevingsvergunning Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) contact met de omgeving en deelt de bevindingen in de desbetreffende aanvraag;
   • Het afsluiten van een anterieure overeenkomst waarin de regels inzake deelname aan de LBV-regeling zijn opgenomen;
   • De randvoorwaarden van de LBV-regeling, voor zover relevant, opnemen in de omgevingsvergunning voor een Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA);
4. In het nieuwe Omgevingsplan op termijn de functieaanduiding intensieve veehouderij en het recht op het houden van landbouwhuisdieren wordt doorgehaald en de omvang van het huidige bouwvlak ten behoeve van de woonfunctie verkleind wordt;
5. Voor de omzetting naar wonen en de bouw van de woningen inclusief bijgebouwen is een procedure omgevingsvergunning voor een Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) benodigd en er kan met de procedure gestart worden, nadat de anterieure overeenkomst is gesloten met de initiatiefnemer;
6. De gemeente zal zo spoedig als dat mogelijk is bovenstaande vergunningen opnemen in het nieuwe Omgevingsplan.

SAMENVATTING

Initiatiefnemer van de Wethouder M. van Doorninckweg 20 te Wesepe heeft een positieve beschikking ontvangen van de RVO om gebruik te kunnen maken van de LBV-regeling. Via deze regeling wordt via de beëindiging van de varkenshouderij binnen onze gemeente een bijdrage geleverd aan de landelijke opgave om te komen tot een reductie van de uitstoot van stikstof. Ter plaatse wenst de initiatiefnemer zijn varkenshouderij en agrarische bedrijf te beëindigen. Na sloop van de bedrijfsbebouwing inclusief de dierenverblijven zal het gebruik van de locatie omgezet worden naar wonen, inclusief twee nieuw op te richten woningen met bijgebouwen. Omdat bij deelname aan de LBV-regeling geen sprake is van een vergoeding van de sloopkosten is het via maatwerk mogelijk om een deel van de resterende sloopmeters in te zetten voor de realisatie van deze nieuwe woningen op het erf. Het college van B&W besluit onder voorwaarden in principe medewerking te verlenen aan een omgevingsvergunning voor de Buitenplanse omgevingsplanactivitei

8. Deelname Rijksstraatweg 4 te Wijhe aan de LBV+ regeling en de invulling van de volgfuncties

BESLUIT 

1. In principe medewerking te verlenen aan het beëindigen van de melkveehouderij ter plaatse van de Rijksstraatweg 4 in Wijhe in het kader van de LBV+ regeling en daartoe instemmen met de gevraagde vervolgfuncties. Dit betreft: voortzetting als akkerbouwbedrijf in combinatie met een caravanstalling. Dit vraagt de oprichting van een nieuwe loods voor deze activiteiten;
2. Ten behoeve van de bovengenoemde transformatie gelden de navolgende randvoorwaarden:
   • Sloop van de dierenverblijven conform de voorwaarden van de LBV+ regeling;
   • Het intrekken van de milieuvergunning en de natuurvergunning voor de melkveehouderij;
   • Voor de nieuwe activiteiten geldt op basis van de LBV+ regeling dat de stikstofdepositie berekend dient te worden en hier sprake is van een maximum van 15% ten opzichte van de referentiesituatie;
   • Het extensief houden van 10 stuks extensief rundvee op weidegrond. De dieren mogen niet binnen het agrarische bouwvlak gehouden worden omdat dit conform de LBV+ regeling niet is toegestaan;
   • Daarnaast het houden van maximaal 25 paarden en 25 kippen ten behoeve van hobbymatig gebruik. Ten behoeve van de paarden mag er een rijbak en paddock worden gerealiseerd achter de bedrijfswoning;
   • Er dient nog overeenstemming te worden bereikt over de landschappelijke inpassing in het erfinrichtingsplan; 
   • Ten behoeve van de bedrijfsactiviteit caravanstalling geldt dat:
     • Het stallen van campers niet is toegestaan; 
     • Een maximum van 240 caravans;
   • Er vanuit de provincie Overijssel instemming is ten aanzien van de bedrijfsactiviteit caravanstalling in verband met de aansluiting op de N337;
   • Het aanpassen van het agrarische bouwvlak voor zover nodig voor de bedrijfsvoering;
   • In de verdere uitwerking meer inzicht geven in de wijze waarop bij de akkerbouw rekening wordt gehouden met de water- en bodemcondities en op welke wijze het natuur- en vogelbeheer wordt ingevuld;
   • Initiatiefnemer toont met onderzoeken aan dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;
   • Initiatiefnemer heeft voorafgaand aan de aanvraag voor een omgevingsvergunning contact met de omgeving en deelt de bevindingen in de desbetreffende aanvraag; 
   • Het afsluiten van een anterieure overeenkomst waarin de regels inzake deelname aan de LBV+ regeling zijn opgenomen;
   • De randvoorwaarden van de LBV+ regeling, voor zover relevant, opnemen in de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) en de anterieure overeenkomst; 
3. Voor deze ontwikkeling in overleg met de initiatiefnemer de benodigde procedure omgevingsvergunning voor een Buitenplanse omgevingsplanactivieit (BOPA) afstemmen. Er kan pas met de procedure gestart worden, nadat de anterieure overeenkomst is gesloten met de initiateifnemer;
4. De gemeente zal zo spoedig als dat mogelijk is bovenstaande vergunningen opnemen in het nieuwe Omgevingsplan; 
5. In het nieuwe Omgevingsplan op termijn zorgdragen dat het niet meer is toegestaan om ter plaatste van het bouwvlak aan de Rijksstraatweg 4 landbouwhuisdieren te houden en het bouwvlak van het agrarisch bedrijf wordt aangepast ten behoeve van het akkerbouwbedrijf/ caravanstalling.

SAMENVATTING

Initiatiefnemer van de Rijksstraatweg 4 in Wijhe heeft een positieve beschikking ontvangen van de RVO om gebruik te kunnen maken van de LBV+ regeling. Via deze regeling wordt via de beëindiging van de melkveehouderij binnen onze gemeente een bijdrage geleverd aan de landelijke opgave om te komen tot een reductie van de uitstoot van stikstof. Ter plaatse wenst de initiatiefnemer zijn melkveehouderij te beëindigen en zijn agrarische bedrijf voort te zetten als akkerbouwbedrijf. Daarnaast als nieuwe bedrijfsactiviteit eveneens een caravanstalling. Daartoe zullen na sloop van de stallen 2 nieuwe loodsen worden opgericht om deze bedrijfsactiviteiten te kunnen faciliteren. Deze bebouwing heeft qua omvang dezelfde uitstraling als de huidige stallen. Daarnaast zullen er hobbymatig een beperkt aantal kippen en paarden worden gehouden. Ten behoeve van agrarisch natuurbeheer eveneens een aantal graasdieren. Het college van B&W besluit onder voorwaarden in principe medewerking te verlenen aan een omgevingsvergunning voo

9. Vaststellen van de DVO RSJ–GGD, het extern mandaatbesluit en de wijziging van de subsidieverordening

BESLUIT 

1. In te stemmen met de inhoud en het aangaan van bijgevoegde Dienstverleningsovereenkomst inzet RSJ voor gemeente Olst-Wijhe 2026-2027;
2. Mandaat te verlenen aan de GGD IJsselland voor de uitvoering van de Subsidieverordening Gecertificeerde Instellingen regio IJsselland 2026;
3. Kennis te nemen van de noodzakelijke wijzigingen in de subsidieverordening en de gemeenteraad voor te stellen de Subsidieverordening Gecertificeerde Instellingen Regio IJsselland te wijzigen overeenkomstig het bijgevoegde raadsvoorstel en concept-raadsbesluit.

SAMENVATTING

De gemeenten in IJsselland hebben dit najaar besloten om de taken van het RSJ over te dragen aan de GGD IJsselland. Voor een goede overgang per 1 januari 2026 zijn nog enkele aanvullende besluiten nodig. Het gaat om het aangaan van een dienstverleningsovereenkomst met de GGD, het vaststellen van een extern mandaatbesluit en het actualiseren van de Subsidieverordening Gecertificeerde Instellingen Regio IJsselland. Dit voorstel vraagt het college om in te stemmen met de DVO en het mandaatbesluit en de raad voor te stellen subsidieverordening Gecertificeerde Instellingen Regio IJsselland technisch te wijzigen.

10. Jaarlijkse indexering koopprijzen m.b.t. Starterslening

BESLUIT 

1. De raadsinformatiebrief inzake aanpassing jaarlijkse koopprijs grenzen Starterslening te verzenden naar de raad.

SAMENVATTING

In 2018 is de Verordening Starterslening aangepast en daarin is opgenomen dat de maximale koopprijsgrenzen jaarlijks worden aangepast conform de ontwikkeling van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG).

11. Vaststelling Rekentechnische uitgangspunten (RTU) ten behoeve van de actualisatie van gemeentelijke grondexploitaties per 1-1-2026

BESLUIT 

1. De nota Rekentechnische uitgangspunten (RTU) ten behoeve van de actualisatie van de gemeentelijke grondexploitaties, in het kader van de jaarrekening 2025, vast te stellen en hiervoor in te stemmen met de volgende te hanteren parameters vanaf 1-1-2026, zoals toegelicht in de bijlage ‘Rekentechnische uitgangspunten 2026’ en hieronder samengevat in de vier tabellen:

SAMENVATTING

Begin 2026 worden de gemeentelijke grondexploitaties geactualiseerd ten behoeve van de jaarrekening 2025. Voor deze actualisatie per 1 januari 2026 moeten de parameters voor kosten- en opbrengststijging, het rentepercentage, de disconteringsvoet en de te hanteren uurtarieven worden vastgesteld. Hiervoor is de Rekentechnische Uitgangspunten (RTU) opgesteld, waarin de uitgangspunten worden toegelicht.

12. Voorstel over principebesluit voor het verzoek de gebruiksmogelijkheden van de kerk in Olst uit te breiden op het adres Kerkplein 1-3 in Olst

BESLUIT 

1. In principe (en onder voorwaarden) medewerking te verlenen aan het verzoek de gebruiksmogelijkheden van de kerk in Olst uit te breiden ten behoeve van sociaal-culturele evenementen aan het Kerkplein 1-3 in Olst;
2. Het verder in procedure brengen van de formele aanvraag mits kan worden aangetoond dat er wordt voldaan aan een evenwichtige toedeling van functies aan deze locatie (Etfal);
   • Er wordt een anterieure overeenkomst opgesteld die door de aanvrager moet worden ondertekend;
   • De Monumentencommissie moet akkoord geven op de voorgestelde aanpassingen aan de kerk;

SAMENVATTING

De Kerkraad van de Dorpskerk in Olst hebben een verzoek ingediend voor het uitbreiden van de gebruiksmogelijkheden van de kerk. Deze uitbreiding ziet op het mogelijk maken van verschillende sociaal-culturele activiteiten buiten de reguliere kerkdiensten. Het verzoek is in principe akkoord.

13.  Inzet CDOKE-middelen en beleidsplan Klimaatadaptatie

BESLUIT 

De raad voor te stellen:

1. Het beleidsplan Klimaatadaptatie vast te stellen en daarmee:
   • Een budget van € 130.000 in 2026 beschikbaar te stellen voor beleidscapaciteit en uitvoeringsmiddelen en de begroting hierop te wijzigen.
   • Het structureel benodigde budget van € 142.500 vanaf 2027 eveneens beschikbaar te stellen en dit te verwerken in de kadernota 2027 voor de meerjarenraming 2027-2030.
2. Een structureel budget van € 15.000 vanaf 2026 beschikbaar te stellen voor de gevolgen van functiewaardering klimaat en energie.
3. De resterende CDOKE-gelden die het Rijk beschikbaar heeft gesteld via de septembercirculaire 2025 van € 83.000 in 2026 en structureel € 113.500 vanaf 2027 te reserveren voor uitvoeringsmiddelen klimaat en energie en dit te verwerken in de meerjarenraming 2027-2030.

SAMENVATTING

Nieuw en vernieuwd landelijk, provinciaal en regionaal beleid en ontwikkelingen, resulteerden in de evaluatie van het huidige Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie. Mede op basis van de evaluatie is een nieuw Beleidsplan Klimaatadaptatie ontwikkeld dat aan de raad wordt voorgelegd. Het Beleidsplan Klimaatadaptatie geeft de organisatie, inwoners en ondernemers duidelijkheid over de richting die de gemeente inslaat en de doelen die ze nastreeft om een groene, waterrijke en duurzame woongemeente te zijn in 2050.

De gemeente Olst-Wijhe ontvangt van het rijk jaarlijks CDOKE-middelen (capaciteit decentrale overheden voor klimaat-en energiebeleid) om uitvoering te kunnen geven aan onze taken op het gebied van klimaat- en energiebeleid. Het college stelt de raad dan ook voor om deze middelen structureel in te zetten om enerzijds bij te dragen aan het terugdringen van de klimaatverandering en anderzijds de gevolgen van klimaatverandering op te vangen.

14. Overeenkomst transformatieplan GEM (Ecosysteem Mentale Gezondheid)

BESLUIT 

1. In te stemmen met de ondertekening van de overeenkomst transformatieplan aangaande GEM.
2. De gemeente Deventer door middel van het formulier 'Aanmelding + Machtiging Deelnemer samenwerkingsverband' te machtigen om de SPUK Transformatiemiddelen namens de gemeenten Deventer, Raalte, Olst-Wijhe en Voorst aan te vragen voor het transformatieplan GEM.

BESLUIT aan de burgemeester

3. Wethouder H.G. Engberink machtigen om namens gemeente Olst-Wijhe de overeenkomst Transformatieplan GEM en Machtigingsformulier deelnemer samenwerkingsverband voor aanvraag SPUK Transformatiemiddelen te ondertekenen.

SAMENVATTING

Het Integraal Zorgakkoord stelt landelijk € 2,4 miljard beschikbaar voor transformaties in de zorg, waarvan € 1,6 miljoen naar de regio Midden-IJssel gaat via het transformatieplan Ecosysteem Mentale Gezondheid (GEM). Dit plan is goedgekeurd door Salland Zorgverzekeraar en vereist dat gemeenten een overeenkomst tekenen en de gemeente Deventer machtigen om de SPUK Transformatiemiddelen aan te vragen en te beheren. Zonder deze stappen lopen de vier regiogemeenten het budget mis, waardoor uitvoering van het plan met gezamenlijke gespreksvoeringen door sociaal domein werkers en ggz professionals en uitbreiding van herstelnetwerken niet mogelijk is. Deventer vervult de kassiersfunctie en zorgt voor verdeling en verantwoording van de middelen, conform afspraken in het transformatieplan. Het voorstel versterkt samenwerking tussen medisch en sociaal domein en positioneert de regio als voorloper in de landelijke transformatie van de ggz.

15. Regionaal programma 2026-2029 van de doorstroompuntregio

BESLUIT 

1. Het Meerjarenbeleidsplan VSV 2026–2029 van de Leerplicht & Doorstroompuntregio IJssel-Vecht vast te stellen.
2. In te stemmen met de Samenwerkingsovereenkomst Leerplicht & Doorstroompuntregio IJssel-Vecht 2026–2029 met ingangsdatum 1 januari 2026.
3. In te stemmen met de mandaat- en volmacht verlening aan contactgemeente Zwolle.
4. De raad te informeren over de regionale samenwerking door bijgevoegde Raadsinformatiebrief.
5. Regionaal een persbericht te verzenden over de regionale samenwerking.

SAMENVATTING

Onderwijs is de sleutel tot ontwikkeling en zelfstandigheid van jongeren. Het biedt hen de kans om hun talenten te ontdekken, richting te geven aan hun toekomst en volwaardig mee te doen in de samenleving. Door te investeren in goed onderwijs en begeleiding zorgen we dat geen jongere tussen wal en schip valt. Daarom stelde het college het Meerjarenbeleidsplan Voortijdig Schoolverlaten (VSV) 2026–2029 en de Samenwerkingsovereenkomst Leerplicht & Doorstroompuntregio IJssel-Vecht 2026–2029 vast. Deze documenten vormen het regionale beleidskader en de juridische basis voor de samenwerking in de uitvoering van leerplicht-, kwalificatieplicht- en doorstroomtaken in de regio IJssel-Vecht. Met dit beleid versterken de twaalf regiogemeenten, samen met onderwijsinstellingen en arbeidsmarktpartners, de aanpak tegen schooluitval en begeleiding van jongeren zonder startkwalificatie (VSV’ers) of in kwetsbare positie richting onderwijs, werk of andere vorm van participatie.

16. Vaststellen van de Uitvoerings – en handhavingsstrategie gemeente Olst-Wijhe en het VTH - uitvoeringsprogramma 2026

BESLUIT 

1. De uitvoerings – en handhavingsstrategie gemeente Olst-Wijhe vast te stellen.
2. Het VTH-uitvoeringsprogramma 2026 vast te stellen.
3. Beide documenten ter kennisname aan de gemeenteraad toe te zenden.
4. Beide documenten ter toetsing aan Gedeputeerde Staten van de Provincie Overijssel toe te zenden.
5. De raad voor te stellen om vanuit de reserve nog te bestemmen middelen voor 2026 een incidenteel budget van €65.000,- beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de VTH-taken.
6. In overweging te nemen om een structureel budget van €65.000,- op te nemen in de Kadernota 2027-2029 voor de uitvoering van de VTH-taken.

SAMENVATTING

Elke gemeente is op grond van artikel 13.5 van het Omgevingsbesluit verplicht om een uitvoerings- en handhavingsstrategie op te stellen voor taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (de VTH-taken). In deze strategie geeft de gemeente aan welke doelen zij nastreeft bij de uitvoering en handhaving en welke activiteiten zij daarvoor onderneemt.

De strategie vormt de basis voor het uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving voor 2026. In het uitvoeringsprogramma wordt uitgewerkt hoe de gestelde doelen worden gerealiseerd en hoe de uitvoering van de VTH-taken wordt verantwoord. Het college is bevoegd om beide documenten vast te stellen.

Op basis van het uitvoeringsprogramma voor 2026 is een capaciteitstekort geconstateerd op het taakveld VTH. Voorgesteld wordt om middelen beschikbaar te stellen om de capaciteit uit te kunnen breiden.

17.  Impactimpuls

BESLUIT 

1. In te stemmen met de raadsinformatiebrief en deze ter informatie te versturen naar de gemeenteraad als bijlage bij het weekbericht van de gemeenteraad op 19 december.
2. Hiermee de toezegging 53 die wethouder Olthof tijdens de begrotingsbehandeling op 27 oktober heeft gedaan af te doen.

SAMENVATTING

In aanloop naar en tijdens de begrotingsbehandeling 2026 is gesproken over de gunstige reservepositie van de gemeente Olst-Wijhe. Het college heeft vanwege die positie bij de raad geopperd om een deel van de reserves in te zetten voor de samenleving. De gemeenteraad heeft dit initiatief in eerste instantie positief ontvangen. Wethouder Olthof heeft toegezegd voor het kerstreces met een startnotitie te komen ten dit te delen met de gemeenteraad. Het college heeft om die reden de raadsinformatiebrief vastgesteld en verzonden naar de gemeenteraad.

18. Opleidingsregeling DOWR

BESLUIT 

1. De opleidingsregeling DOWR en toelichting vaststellen per 1 januari 2026.
2. De huidige DOWR regeling opleiden en ontwikkelen intrekken per 1 januari 2026.

SAMENVATTING

We kennen een gezamenlijke opleidingsregeling in het samenwerkingsverband Deventer, Olst-Wijhe en Raalte. In deze regeling is opgenomen welke faciliteiten toegekend worden voor individuele opleidingsverzoeken van medewerkers. Deze regeling is herzien in het samenwerkingsverband en biedt helderheid en transparantie bij het toekennen van studiefaciliteiten voor medewerkers.

19. Inzet CDOKE-middelen en beleidsplan Klimaatadaptatie

BESLUIT 

1. Het beleidsplan Klimaatadaptatie vast te stellen en daarmee:
   
   • Een budget van € 130.000 in 2026 beschikbaar te stellen voor beleidscapaciteit en uitvoeringsmiddelen en de begroting hierop te wijzigen.
   • Het structureel benodigde budget van € 142.500 vanaf 2027 eveneens beschikbaar te stellen en dit te verwerken in de kadernota 2027 voor de meerjarenraming 2027-2030.
2. Een structureel budget van € 15.000 vanaf 2026 beschikbaar te stellen voor de gevolgen van functiewaardering klimaat en energie.
   
3. De resterende CDOKE-gelden die het Rijk beschikbaar heeft gesteld via de septembercirculaire 2025 van € 83.000 in 2026 en structureel € 113.500 vanaf 2027 te reserveren voor uitvoeringsmiddelen klimaat en energie en dit te verwerken in de meerjarenraming 2027-2030.

SAMENVATTING

Nieuw en vernieuwd landelijk, provinciaal en regionaal beleid en ontwikkelingen, resulteerden in de evaluatie van het huidige Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie. Mede op basis van de evaluatie is een nieuw beleidsplan Klimaatadaptatie ontwikkeld dat aan de raad wordt voorgelegd. Het beleidsplan Klimaatadaptatie geeft de organisatie, inwoners en ondernemers duidelijkheid over de richting die de gemeente inslaat en de doelen die ze nastreeft om een groene, waterrijke en duurzame woongemeente te zijn in 2050.

De gemeente Olst-Wijhe ontvangt van het rijk jaarlijks CDOKE-middelen (capaciteit decentrale overheden voor klimaat-en energiebeleid) om uitvoering te kunnen geven aan onze taken op het gebied van klimaat-en energiebeleid. Het college stelt de raad dan ook voor om deze middelen structureel in te zetten om enerzijds bij te dragen aan het terugdringen van de klimaatverandering en anderzijds de gevolgen van klimaatverandering op te vangen.